Het onderhoudsbeleid voor de gemeentelijke gebouwen is als volgt ingericht:

1. Gebouwen voor de huisvesting van de eigen organisatie met een publieke functie: conditie 2,  goede onderhoudstoestand afhankelijk van de ouderdom van het gebouw;
2. Verhuurde panden: conditie 2/3, goede tot redelijke onderhoudstoestand afhankelijk van de ouderdom van het gebouw;
3. Sportaccommodaties: conditie 2/3, goede tot redelijke onderhoudstoestand afhankelijk van de ouderdom van de sportaccommodatie.

Ad 1.
De doelstelling is dat de gebouwen voor de huisvesting van de gemeentelijke organisatie met een publieke functie in een goede onderhoudstoestand verkeren afhankelijk van de ouderdom van het gebouw. Dit geeft enerzijds een prettige werkomgeving wat de gebruikers stimuleert tot goede prestaties. Anderzijds hebben deze gebouwen zodoende een verzorgde uitstraling naar de buitenwereld wat ten goede komt van het imago van de gemeente.

Enkele jaren geleden zijn aanzienlijke investeringen gepleegd in de nieuwbouw en renovatie van panden voor de eigen organisatie, waardoor deze thans in een uitstekende onderhoudstoestand verkeren.

Ad 2 en Ad 3.
De verhuurde panden, de binnensportaccommodaties en de gemeentelijke gebouwen op de buitensportaccommodaties worden in een goede tot redelijke onderhoudstoestand gehouden, afhankelijk van de ouderdom van het gebouw. De gebruikers van de verhuurde panden zijn zelf verantwoordelijk voor het huurdersonderhoud. Dit betreft vooral de binnenkant. Indien het huurdersonderhoud naar behoren wordt uitgevoerd in combinatie met het eigenarenonderhoud op basis van een goede tot redelijke onderhoudstoestand zal het pand een nette uitstraling hebben. Dit geeft een prettige gebruiksomgeving en de sportbeleving van de gebruikers van de sportaccommodaties kan hierdoor optimaal zijn. De binnensportaccommodaties worden veelal zeven dagen per week van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat zeer intensief gebruikt wat een redelijke tot goede onderhoudstoestand rechtvaardigt. De buitensportvoorzieningen (velden e.d.) worden onderhouden conform de richtlijnen van de verschillende sportbonden. Bovendien zijn er de afgelopen jaren veel nieuwe en vernieuwde buitensportvoorzieningen aangelegd die zich zodoende in een uitstekende onderhoudstoestand bevinden. Daarnaast worden sportvelden in ieder geval periodiek gerenoveerd. Voor de sportparken zijn nieuwe meerjarenbeheerplannen opgesteld. In het kader van de actualisering van het Investeringsplan (IVP) bij de 1e Tussentijdse rapportage 2018 zijn deze plannen verwerkt in de begroting.

Het beheer van alle gemeentelijke gebouwen en buitensportvoorzieningen is uitgevoerd op basis van het bovenstaande beleid en in overeenstemming met de voorhanden zijnde technische meerjarige onderhoudsplannen. In de begroting 2018 was voldoende rekening gehouden met de lasten van het meerjarige beheer- en onderhoudskader. Met het in 2018 uitgevoerde onderhoud is de instandhouding van de voorzieningen dan ook bevorderd.