Jaarstukken 2018

Grondbeleid

3. Klein Plaspoelpolder

Algemeen
De gemeente Leidschendam-Voorburg is bezig met de herontwikkeling van het gebied Klein Plaspoelpolder (KPP) dat is gelegen tussen het centrum van Leidschendam, de Oude Trambaan (Oosteinde), de J.D. Zocherstraat en het kanaal De Vliet. De kantoren en bedrijfsgebouwen zijn niet meer in gebruik en worden vervangen door woningbouw en andere functies, waaronder een school. De nieuwe bestemmingen worden verdeeld over een zestal deellocaties waarvan drie locaties in eigendom van de gemeente zijn (grondverkoop).

Naast grondverkoop is er sprake van kostenverhaal op de locaties waar facilitair grondbeleid van toepassing is.

Facilitair grondbeleid: kostenverhaal
Voor de meest noordelijk gelegen deellocatie 1A, het voormalige terrein van Billiton, en voor dit gebied is eind 2016 een anterieure overeenkomst gesloten met Schouten & De Jong Projectontwikkeling BV en BPD Ontwikkeling BV.

De naastgelegen deellocatie 1B, eigendom van het Rijksvastgoed Bedrijf (RVB), is het tweede gebied dat door derden ontwikkeld moet gaan worden en is door het RVB op de markt gezet. Schouten & De Jong Projectontwikkeling BV en BPD Ontwikkeling BV heeft de positie verworven en de gemeente is voornemens met deze partijen een intentieovereenkomst, vooruitlopend op een nog te sluiten anterieure overeenkomst, te sluiten.

Het derde gebied waar kostenverhaal dient plaats te vinden is deellocatie 3A dat in eigendom was van Damsigt Development BV en is overgegaan aan Borghese BV. De bedoeling is om hier eerst een intentieovereenkomst, vooruitlopend op een nog te sluiten anterieure overeenkomst, te sluiten.

Grondexploitatie
In de jaarrekening zijn de cijfers volgens de 1e herziening 2019 opgenomen. Deze geeft een nadeel aan op de einddatum van circa € 0,3 mln. bestaand uit een nadeel van € 17.000 op de actieve deellocaties en een nadeel van € 291.000 op de facilitaire deellocaties. Op de grondexploitatie is een risicoanalyse uitgevoerd ter bepaling van het risicoprofiel. Het risicoprofiel wordt bepaald door middel van scenarioberekeningen en berekend op circa € 3,8 mln.

ga terug